Sikafloor®-376

Conform met LEED v4 MRc 2 (optie 1): Bouwproduct publicatie en optimalisatie - Milieu Productverklaringen

Conform met LEED v2009 IEQc 4.2: Materialen met lage VOS emissie - verven en coatings

• CE Markering en Prestatieverklaring volgens EN 1504-2 - Oppervlakte beschermingsproduct voor beton - Coating
• CE Markering en Prestatieverklaring volgens EN 13813 - Kunstharsvloermateriaal voor binnengebruik
• DAfStb coating systeem klasse OS 11a, Sikafloor® MultiFlex PB-55, KIWA, Testrapport nr. P 10777-1
• DAfStb coating systeem klasse OS 11b, Sikafloor® MultiFlex PB-56, KIWA, Testrapport nr. P 10777-2

Polyurethaan

12 maanden vanaf de productiedatum indien aan de opslagcondities wordt voldaan.

Sikafloor®-376 dient opgeslagen te worden in originele-, verzegelde, ongeopende en onbeschadigde verpakking, droog tussen +5°C en +30°C.

~100 %

~100 %

Droge hitte, korte termijn + 80°C

Comp. A : comp. B = 30 : 70 (gewichtsdelen)

Minimaal +10°C, maximaal +30°C

Maximaal 80% R.V.

Pas op voor condensatie!
De temperatuur van de ondergrond en van het niet uitgehard materiaal dient minimaal 3°C hoger te zijn dan het dauwpunt om het risico op condensvorming en witte uitbloeiingen op de vloerafwerking te verminderen. Lage temperaturen en vochtige omstandigheden verhogen het risico op vorming van witte uitbloeiingen.

Minimaal +10°C, maximaal +30°C

≤ 4% vocht (gewichtsdelen)
Testmethode: Sika®-Tramex meter, CM-methode of ovendroogmethode. Geen optrekkend vocht conform ASTM (polyethyleen folie)

Wachttijd vooraleer Sikafloor®-376 aan te brengen op Sikafloor®-156/161:

Wachttijd vooraleer Sikafloor®-377 aan te brengen op Sikafloor®-376:

Wachttijd vooraleer verzegelingslaag aan te brengen op een ingestrooide laag Sikafloor®-376:

(*) Geen maximale wachttijd voor vol en zat ingestrooide oppervlakken

De tijden zijn bij benadering en worden beïnvloed door veranderende omgevingsomstandigheden, met name temperatuur en relatieve vochtigheid.

De tijden zijn bij benadering en worden beïnvloed door veranderende omgevingsomstandigheden, met name temperatuur en relatieve vochtigheid.

~1,2 kg/m²/mm. Raadpleeg de respectievelijke systeemfiches.

Dit verbruik is theoretisch en houdt geen rekening met bijkomend product als gevolg van de porositeit, oppervlakteruwheid en niveauverschillen in de ondergrond, noch met verlies aan product enz..

Selecteer het meest geschikte materieel dat nodig is voor het project:

Voorbereiding ondergrond

• Stofvrije schurende straaltechnieken bv. gritstralen
• Schuurmachine
• Freesmachine
• Stralen met water onder hoge druk
• Andere geschikte apparatuur

Menging

• Mengtoestel met enkele mengstaaf (300 - 400 tpm)
• Dwangmenger / roterende kuip / mengtoestel met dubbele mengstaaf (300 - 400 tpm)
• Schraper
• Propere mengvaten

Toepassing

• Wagentje om de gemengde materialen te vervoeren
• In hoogte instelbare rakel
• Truwelen
• Ontluchtingsrol
• Rubberen vloerwisser
• Verfrollen

Meng eerst component A (hars) met een electrisch mengtoestel met een enkele mengstaaf of ander geschikt mengmaterieel. Meng de vloeistof en alle pigmenten van component A totdat een uniforme kleur / mengsel bekomen wordt. Voeg vervolgens component B (verharder) toe aan component A en meng componenten A + B continu gedurende 3 minuten tot een gelijkmatig gekleurd mengsel bekomen is. Om zeker te zijn van een grondige menging, het mengsel in een ander mengvat gieten en opnieuw mengen tot een glad en consistent mengsel bekomen wordt. Te snelle en te lange menging moet vermeden worden om luchtinsluitingen minimaliseren. Schraap tijdens de laatste menging op zijn minst één keer langs de zijkanten en bodem van het mengvat met een vlakke, rechte plakspaan om zeker te zijn van een volledige menging. Meng alleen volledige kits. Mengtijd voor A + B + kwartszand = 3 minuten.

Raadpleeg bijkomende documentatie waar van toepassing, zoals relevante werkbeschrijvingen, verwerkingshandleidingen en installatie- of werkinstructies.
Controleer vóór het aanbrengen het restvochtgehalte van de ondergrond, relatieve luchtvochtigheid, dauwpunt en ondergrond-,  lucht- en producttemperaturen. Als het vochtgehalte > 4% gewichtsdelen bedraagt, kan Sikafloor® EpoCem® worden aangebracht als een tijdelijk vochtbarrière.
Primer
Giet de gemengde Sikafloor® primer op de voorbereide ondergrond en verdeel het product met de kwast, verfrol of vloerwisser over het oppervlak. Vervolgens de primer narollen in twee richtingen haaks op elkaar. Zorg ervoor dat een ononderbroken, poriën-/gaatjesvrije laag de ondergrond bedekt. Breng -indien nodig- twee primerlagen aan. Respecteer de wachttijd / overlaagtijd vooraleer daaropvolgende producten er op toe te passen. Raadpleeg het productinformatieblad van de primer.

Zelfvloeiende slijtlaag
Giet de gemengde Sikafloor®-376 op de voorbereide ondergrond en verspreid gelijkmatig met behulp van een geschikte plakspaan of stiftrakel tot de vereiste dikte. Onmiddellijk in twee richtingen haaks op elkaar doorrollen met een ontluchtingsrol, om slagen van de plakspaan te verwijderen, lucht te helpen ontsnappen, een gelijkmatige dikte en de gewenste oppervlakte afwerking te bekomen.
Antislip, ingestrooide laag
Giet de gemengde Sikafloor®-376 op de voorbereide ondergrond en verspreid gelijkmatig met behulp van een geschikte plakspaan of stiftrakel tot de vereiste dikte. Onmiddellijk in twee richtingen haaks op elkaar doorrollen met een ontluchtingsrol, om lucht te helpen ontsnappen en een gelijkmatige dikte te bekomen.
Na de juiste wachttijd, instrooien met kwartszand, eerst lichtjes en dan in overvloed, om een gelijk verdeeld oppervlakteprofiel te bekomen.
Laat Sikafloor®-376 eerst uitharden en verwijder dan alle los zand met een industriële stofzuiger.

Verzegelingslaag/Toplaag

Na het wachten op de juiste overlaagtijd, het gemengde materiaal op de slipbestendige, instrooilaag gieten en gelijkmatig verdelen met een vloerwisser met respect voor het vereiste materiaalverbruik en tot het zand volledig ingekapseld is. Gebruik vervolgens een kortharige verfrol om na te rollen in twee richtingen haaks op elkaar. Een naadloze afwerking wordt bereikt als altijd nat in nat aangesloten wordt tijdens het aanbrengen.

Reinig alle  gereedschap en materieel onmiddellijk na gebruik met Verdunner C. Uitgehard materiaal kan alleen mechanisch worden verwijderd.