Sikafloor®-263 SL

Conform LEED v2009 IEQc 4.2:
Lage VOS Emissie Materialen - Verf en Coatings

• Deeltjesemissie certificaat Sikafloor-263 SL: CSM Kwalificatieverklaring – ISO 14644-1, klasse 5 - rapportnr. SI 0904-480 en GMP klasse A, rapportnr. SI 1008-533.
• Uitgassing emissie certificaat Sikafloor®-263 SL: CSM kwalificatieverklaring – ISO 14644-8, klasse 6,5 - rapportnr. SI 0904-480.
• Goede biologische resistentie volgens ISO 846, CSM rapportnr. 1008-533.
• Brandreactieklasse overeenkomstig EN 13501-1, rapportnr. 2007-B-0181/14, MPA Dresden, Duitsland, februari 2007.
• Kunsthars gebonden afwerklaag volgens EN 13813:2002, Prestatieverklaring 02 08 01 02 05 00000002 1008, en voorzien van CE markering.
• Coating voor oppervlaktebescherming van beton volgens EN 1504-2:2004, Prestatieverklaring 02 08 01 02 05 00000002 1008, gecertificeerde instantie voor fabrieksproductiecontrole (FPC) Nr. 0921, FPC certificaat 2017, en voorzien van CE markering.
• ISEGA Certificate of Conformity 41583 U16

Epoxy

24 maanden na productiedatum

Sikafloor®-263 SL wordt opgeslagen bij temperaturen tussen +5°C en +30°C, in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, in droge omstandigheden.

Alle waarden bij +23°C

~ 100%

~ 100%

Bestand tegen veel chemicaliën. Vraag naar de gedetailleerde chemische bestendigheidslijst.

Korte duur natte hitte(*) tot maximaal +80°C indien blootstelling slechts occasioneel is (bijvoorbeeld stoomreiniging etc.).

* Geen gelijktijdige chemische en mechanische blootstelling en alleen in combinatie met Sikafloor® instrooisystemen met ~ 3 tot 4 mm laagdikte

Component A : component B = 79 : 21 (gewichtsdelen)

Minimaal +10°C, maximaal +30°C

Maximaal 80% RV

Pas op voor condensatie!

De temperatuur van de ondergrond en van het niet uitgehard materiaal dient minimaal 3°C hoger te zijn dan het dauwpunt om het risico van condensvorming, witte verkleuring of kleverigheid (carbamaat vorming) op de vloerafwerking te verminderen.

Opmerking: Lage temperaturen en hoge luchtvochtigheid verhogen de kans op witte verkleuring of carbamaat vorming (kleverig oppervlak).

Minimaal +10°C, maximaal +30°C

< 4% vocht (gewichtsdelen)
Testmethode: Sika® Tramex meter, CM-methode of ovendroogmethode.
Geen optrekkend vocht conform ASTM (polyethyleen folie).

Wachttijd tot overlagen:

Tijden zijn bij benadering en worden beïnvloed door veranderingen in omgevingscondities, met name temperatuur en relatieve luchtvochtigheid (RV).

~ 0,3 - 0,5 kg/m² indien aangebracht als rolcoating

~ 0,9 - 1,2 kg/m²/mm indien aangebracht als zelfnivellerende gietlaag

Alle waarden zijn theoretisch en houden geen rekening met meerverbruik door de zuigkracht, ruwheid en vlakheid van de ondergrond en materiaalverlies enz.

Voor meer informatie kunt u de systeeminformatiebladen Sikafloor® Multidur ES-24 en Sikafloor® Multidur EB-24 raadplegen.

Allereerst component A goed mechanisch oproeren, daarna component B volledig toevoegen en gedurende 3 minuten intensief mengen tot een homogeen mengsel is ontstaan.
Na het mengen van de componenten A en B het kwartszand en, indien nodig, Stelmittell T toevoegen en gedurende 2 minuten intensief mengen tot een homogeen mengsel is ontstaan.
Om zeker te zijn van een volledige menging het gemengde materiaal overgieten in een schoon vat en nogmaals kort mengen.
Te snelle en te lange menging moet vermeden worden om luchtinsluitingen te minimaliseren.

Menggereedschap

Sikafloor®-263 SL moet grondig gemengd worden met een elektrische menger op lage snelheid (300 - 400 t.p.m.) of andere geschikte mengapparatuur. Maak voor bereiding van mortels gebruik van een dwangmenger of mengapparaat met geschikte mengstaaf. Gebruik geen vrije val mengers (betonmolens).

Controleer voor het aanbrengen het vochtgehalte van de ondergrond, RV en dauwpunt. Indien het vochtgehalte > 4% kan Sikafloor® EpoCem® als tijdelijk vochtscherm worden toegepast.

Primer:
Zorg ervoor dat een gelijkmatige, poriënvrije laag de ondergrond afdekt. Indien nodig twee lagen aanbrengen. Breng Sikafloor®-156 / 161 aan met een kwast, vachtroller of rubberen vloerwisser. Aanbevolen verwerking is met behulp van een vloerwisser en dan kruislings narollen.

Egaliseren:
Ruwe oppervlakken dienen voorzien te worden van een schraap-/egalisatielaag. Zie hiervoor het productinformatieblad van Sikafloor®-156 / -161.

Gietlaag (glad):
Sikafloor®-263 SL uitgieten en gelijkmatig verdelen met een getande plakspaan en vervolgens met de vlakke kant van de plakspaan het oppervlak glad maken voor een hoger esthetisch resultaat. Direct intensief kruislings prikrollen om een gelijkmatige dikte te verkrijgen.

Gietlaag (ingestrooid):
Sikafloor®-263 SL uitgieten en gelijkmatig verdelen met een getande plakspaan en direct intensief kruislings prikrollen om vloeien van de gietmassa te bevorderen en luchtinsluitingen te voorkomen. Na ca. 15 minuten (bij +20°C), maar binnen 30 minuten (bij +20°C), eerst licht en vervolgens vol en dekkend instrooien met kwartszand.

Reinig alle gereedschap en materieel onmiddellijk na gebruik met Verdunner C. Uitgehard en/of uithardend materiaal kan alleen mechanisch worden verwijderd.