Sikaflex® CR 170
(former MSeal CR 170)
2-componenten, niet uitzakkend voegafdichtmiddel op basis van polysulfide
Sikaflex® CR 170 is een 2-componenten, niet uitzakkend, chemisch bestendig voegafdichtmiddel gebaseerd op polysulfide, met Duitse Technische Goedkeuring (ABZ). Het wordt gebruikt in faciliteiten voor opslag, hantering en vulling van stoffen die schadelijk zijn voor water.
- Zeer goede bewegingscapaciteit: ±30 % (ISO 9047).
- Goedgekeurd door DIBt (Deutsches Institut für Bautechnik) voor gebruik bij opslag-, hantering- en aanvullingsfaciliteiten van stoffen die gevaarlijk zijn voor water.
- Zeer goede bestendigheid tegen koolwaterstoffen, zoals brandstoffen, oliën en vele andere chemicaliën.
Gebruik
Sikaflex® CR 170 wordt gebruikt voor het afdichten van wandvoegen en hellende vloerverbindingen tussen zones voor voetverkeer en verkeer, vooral wanneer een effectieve afdichting tegen potentieel watervervuilende stoffen nodig is, bijvoorbeeld in tankstations of voor andere afgesloten gebieden.Voordelen
- Zeer goede bewegingscapaciteit: ±30 % (ISO 9047).
- Goedgekeurd door DIBt (Deutsches Institut für Bautechnik) voor gebruik bij opslag-, hantering- en aanvullingsfaciliteiten van stoffen die gevaarlijk zijn voor water.
- Zeer goede bestendigheid tegen koolwaterstoffen, zoals brandstoffen, oliën en vele andere chemicaliën.
Verpakking
Kokers van 450 ml
Bidons van 2,5 l
Productdetails
GOEDKEURINGEN / NORMEN
-
CE-markering en DoP volgens EN 14188-2:2004 Voegafdichtingsmaterialen - Deel 2: Specificaties voor koud aangebrachte voegafdichtingsmaterialen
-
Afdichtingssysteem voor voegen, Sikaflex® CR 170, DIBt, goedkeuringsnr. Z-74.6-166
Chemische basis
Polysulfide
Houdbaarheid
9 maanden vanaf productiedatum
Opslagcondities
Het product moet opgeslagen worden in de originele, ongeopende en onbeschadigde verzegelde verpakking, in droge omstandigheden aan een temperatuur tussen de +5 °C en de +25 °C. Raadpleeg steeds de verpakking. Raadpleeg het meest recente veiligheidsinformatieblad voor informatie over veilige hantering en opslag.
Dichtheid
1,65 kg/l
Shore A hardheid
Uitgehard na 28 dagen bij +23 °C en 50 % RV | ~25 |
Secant elasticiteitsmodulus
Uitgehard na 28 dagen bij +23 °C en 50% RV gemeten aan 100% rek bij +23 °C | 0,3 N/mm² |
Uitgehard na 28 dagen bij +23 °C en 50% RV gemeten aan 100% rek bij -20 °C | 0,7 N/mm² |
Krimp
Verlies aan volume | < 5 % |
Chemische bestendigheid
Toegestane vloeistoffen volgens DIBt goedkeuring | Stress niveau | Berijdbaar |
Benzine voor ontstekingsmotoren volgens EN 228, met een maximum van 5 % per volume aan bioalcohol volgens EN 15376 | SFH 2 | X |
Benzine voor ontstekingsmotoren volgens EN 228, met een maximum van 20 % per volume aan bioalcohol volgens richtlijn 2009/28/EC | SFH 2 | X |
Vliegtuigbrandstof | SFH 2 | X |
Brandstof EL, ongebruikte motorolie voor ontstekingsmotoren, ongebruikte motorolie voor schakelbak, mengeling van verzadigde en aromatische koolwaterstoffen met aromatische inhoud < 20 gewichts-% en een vlampunt van > 60 °C | SFH 2 | X |
Dieselbrandstof volgens EN 590, met een maximum van 20 % per volume aan biodiesel volgens EN 14214 | SFH 2 | X |
Alle koolwaterstoffen en mengelingen die benzeen bevatten met een max. van 5 % per volume, uitgezonderd brandstoffen (inclusief Gr. 2, 3, 4b en 4c, uitgezonderd 1, 1a, 3b en 4a) | SFH 1 | Enkel voetverkeer |
Benzeen en mengelingen die benzeen bevatten | SFH 1 | Enkel voetverkeer |
Ruwe oliën | SFH 2 | X |
Toegestane vloeistoffen volgens DIBt goedkeuring | Stress | Berijdbaar |
Gebruikte olie van motoren met interne verbranding en gebruikte olie voor schakelbakken van voertuigen met een vlampunt > 55 °C | SFH 2 | X |
Monovalente en polyvalente alcohol (tot maximaal 48 % per volume methanol en ethanol), glycolen, polyglycolen en hun mono-ethers, evenals hun water verdunde versies | SFH 2 | X |
Alle alcoholen en glycolen ethers evenals hun water verdunde versies | SFH 2 | X |
Monovalente en polyvalente alcoholen ≥ C2 (tot een maximum van 48 % per volume aan ethanol) evenals de met water verdunde mengelingen | SFH 2 | X |
Ethanol inclusief ethanol volgens DIN EN 15376 (onafhankelijk van het fabricatie procede) evenals de met water verdunde mengelingen | SFH 2 | X |
Bio diesel brandstof volgens EN 14214 | SFH 2 | X |
Water verdunde oplossingen van alifatische aldehyde tot 40% | SFH 2 | X |
Water verdunde oplossingen van organische zuren (carbonzuur) tot 10 % evenals hun zouten in water verdunde oplossingen | SFH 2 | X |
Anorganische zuren (minerale zuren) tot 20 % evenals zurige, gehydroliseerde, anorganische zouten in water verdunde oplossing (pH < 6), uitgezonderd voor waterstoffluoride zuren en zuren met een oxiderend effect en hun zouten. | SFH 1 | Enkel voetverkeer |
Toegestane vloeistoffen volgens DIBt goedkeuring | Stress | Berijdbaar |
Anorganisch loog evenals alkaline hydrolyserende anorganische zouten in water verdunde oplossing (pH > 8), uitgezonderd ammonia oplossingen en oxiderende zout oplossingen (b.v. hypochloride) | SFH 2 | X |
Water verdunde oplossingen van anorganische niet-oxiderende zouten met een pH waarde tussen de 6 en de 8 | SFH 2 | X |
Amines evenals hun zouten (in water verdunde oplossing) | SFH 2 | X |
Enkelvoudige vloeistof: Skydrol® LD 4 | SFH 2 | X |
Enkelvoudige vloeistof: Shell Diala® | SFH 2 | X |
Enkelvoudige vloeistof: AdBlue (waterige ureumoplossing 35 %) | SF3/H2 | X |
Legende | ||
(S): opslag | (H): manipulatie | (F): vullen |
(1): laag stress niveau | (2): medium stress niveau | (3): hoog stressniveau |
Voor bijkomende informatie over chemische bestendigheid, raadpleeg het document: Chemische weerstand grafiek Sikaflex® CR 170 en Sikaflex® CR 171.
Temperatuurbestendigheid
Maximum | +60 °C |
Minimum | - 20 °C |
Toepassing
Mengverhouding
Component A : Component B | 100 : 9 per gewicht |
Rugvulling
Gebruik een rugvulling van polyethyleen met gesloten cellen.
Producttemperatuur
Maximum | +40 °C |
Minimum | + 5 °C |
Omgevingstemperatuur
Maximum | +40 °C |
Minimum | + 5 °C |
Ondergrondtemperatuur
Maximum | +40 °C |
Minimum | + 5 °C |
Verbruik
Voegbreedte (mm) | Voegdiepte (mm) | Verbruik (ml/m) |
10 | 10 | 100 |
15 | 12–15 | 180 – 225 |
20 | 16–20 | 320 – 400 |
25 | 20–25 | 500 – 625 |
30 | 24–30 | 720 – 900 |
35 | 28–35 | 980 – 1225 |
40 | 32–40 | 1280 – 1600 |
ONDERGRONDKWALITEIT
De ondergrond moet gezond, schoon en vrij van alle contaminanten zijn zoals vuil, olie, vet, was, coatings, wateroplosbare en waterbestendige kleefmiddelen, lak, cementhuid, oppervlaktebehandelingen en los broos materiaal.
ONDERGRONDVOORBEHANDELING
Het product moet steeds aangebracht worden op oppervlakken die behandeld zijn met primer.
-
Sika® Primer-215: voor poreuze ondergronden zoals beton en cementgebonden mortel
Raadpleeg de overeenstemmende technische fiche voor meer informatie.
Opmerking: Primers zijn slechts hechting bevorderende middelen. Ze zijn geen vervanging voor een goede voorbereiding van de ondergrond en verhogen geenszins de stevigheid van de ondergrond op significante wijze.
- Laat de primer uitdampen voor het aanbrengen van het afdichtmiddel.
- Breng het product aan binnen de verwerkingstijd van de primer. Opmerking: Breng geen primer aan op de rugvulling en zorg dat deze niet doorboord wordt.
MENGEN
- Plaats de koker in de houder en klem het stevig op de juiste plaats.
- De bodem van de koker moet stevig op de bodem van de houder staan.
- Plaats de roerstaaf al draaiend in de koker.
- Meng de twee componenten gedurende ten minste 2 minuten.
- Een homogeen glad afdichtingsmiddel wordt verkregen.
- Draai de roerstaaf om deze uit de koker te halen.
- Sluit het pistool. Zorg ervoor dat de voorkant van de koker goed aansluit tegen de spuitmond van het pistool.
VERWERKING
BELANGRIJK
Volg de installatieprocedures strikt op
Volg de installatieprocedures strikt op zoals gedefinieerd in de werkbeschrijvingen, de toepassingshandleidingen en de werkinstructies die steeds moeten aangepast zijn aan de werkelijke situatie op de werkplek.
- Breng maskeertape aan waar nette of precieze voeglijnen vereist zijn.
- Breng na de ondergrondvoorbereiding een rugvulling op de vereiste diepte aan.
- Behandel de voegoppervlakken zoals aangewezen in de ondergrondvoorbereiding. Opmerking: vermijd overmatige behandeling met primer.
- Vul na het mengen het materiaal in het manuele spuitpistool of breng de bidon in een drukeenheid met een darm en een spuitmond.
- Breng het product aan in de voeg. Opmerking: Vermijd luchtinsluiting. Zorg ervoor dat het product volledig in contact komt met de hechtzones van de voeg.
- BELANGRIJK: Gebruik geen gladmakers die oplosmiddelen bevatten. Begin zo snel mogelijk na de toepassing met het gladmaken en aandrukken van het product op de zijkanten om een degelijke hechting en gladde afwerking te bekomen. Gebruik een compatibele gladmaker zoals Sika Tooling Agent N om het voegoppervlak glad te maken.
- Verwijder de maskerende tape binnen de huidvormingstijd van het product.
Kleurafwijking
Opmerking: Kleurafwijking kan voorkomen vooral met witte of lichtere kleurtinten. Dit effect is zuiver esthetisch en zal de technische prestaties of duurzaamheid van het product niet beïnvloeden.
Omgevingstemperatuur
Opmerking: In koudere temperaturen zijn reacties trager, dit leidt tot langere verwerkingstijden en uithardingstijden.
In warmere temperaturen zijn reactietijden sneller, dit leidt tot kortere verwerkingstijden en uithardingstijden.
Om een volledige uitharding te garanderen moet men het materiaal en de structuur aan een temperatuur houden die boven de minimale limieten ligt op alle toepassingsplaatsen en op alle momenten van het uithardingsproces.
REINIGING GEREEDSCHAP
Reinig alle gereedschap en uitrusting onmiddellijk na gebruik met Sika® Remover-208 of Sika® Cleaning Wipes-100. Eenmaal uitgehard kan het materiaal enkel mechanisch verwijderd worden.