SikaGrout®-928

CE-markering volgens EN 1504-6

Houdbaarheidsdatum: zie verpakking.

SikaGrout®-928 afgedekt en verwijderd van de grond opslaan op een koele, droge plaats. Beschermen tegen direct zonlicht en regen. Geen permanente opslag boven +30 °C.

Waarden gemeten bij +21 °C.

≥ 23.000 N/mm²

Waarden gemeten bij +21 °C.

Ong. 2,2 kg/l

5-100 mm

+5 °C tot +30 °C

+5 °C tot +30 °C

Gebruik de hoeveelheid aanmaakwater zoals vermeld op de verpakking. De maximale waterhoeveelheid niet overschrijden!

+5 °C tot +30 °C

Ong. 60 minuten

Verwijderen van de bekisting na ong. 12 uur (bij +20°C)

Ca. 1.900 kg poeder is nodig om 1 m³ verse mortel te verkrijgen.

Een zak van 25 kg geeft 12 tot 13 liter gietspecie, afhankelijk van de hoeveelheid aanmaakwater.

De prestaties, duurzaamheid en veiligheid van het product dat wordt gebruikt voor het verankeren van staal (wapening), bouten en schroeven zijn sterk afhankelijk van de ondergrond, de afmetingen van het element, het boren en reinigen van gaten, de temperatuur van de ondergrond en het type verankeringsbout of -staaf. Het is daarom belangrijk dat een goede constructieve beoordeling van de te repareren constructie-elementen wordt uitgevoerd door gekwalificeerde technici en dat de keuze van producten, ankertypes enz. op een dergelijke beoordeling wordt gebaseerd.

De betonnen ondergrond moet vrij zijn van vorst, nabehandelingsproducten, waterbehandelingsproducten, olievlekken, cementmelk, loszittende deeltjes en stof.

De ondergrond opruwen. Waterlekken eerst herstellen. Voor het aangieten, het oppervlak eerst met water verzadigen gedurende 6 uur, maar bij voorkeur 24 uur. Oppervlakken dienen vochtig te zijn, maar vrij van staand water. Ook in de boutgaten vrijstaand water vermijden. Gebruik indien nodig olievrije perslucht om het overtollige water in de boutgaten te verwijderen.

Voetplaten, bouten enz. moeten proper zijn en vrij van olie, vet, verf, enz. Om een juiste krimparme aangieting te verkrijgen, dienen de voetplaten waterpas en in lijn gebracht en met bouten bevestigd te worden vooraleer de gietspecie aan te brengen. Als vulplaten moeten worden verwijderd nadat de gietmortel is uitgehard, vet ze dan licht in zodat ze gemakkelijk kunnen worden verwijderd. 

Bekisting moet goed aansluiten op de ondergrond en moet bij het aangieten van materiaal rond machines minstens 2 cm hoger zijn dan de onderkant van de te ondergieten plaat. 

Zorg ervoor dat de bekisting stevig en waterdicht is om verzakking en bleeding tijdens het aanbrengen en uitharden van de mortel te vermijden.

Controleer vooraf of er vibratie is van de fundering of voetplaat veroorzaakt door andere machines in de omgeving. Zet deze machines stil totdat de nieuw aangebrachte gietmortel zijn eindbinding heeft bereikt.

Bij warm weer erop letten dat de grondplaten en funderingen afgeschermd worden van direct zonlicht. Plaats de zakken met het product in de schaduw vooraleer ze te gebruiken.

Bij koud weer erop letten dat de temperatuur van de grondplaten en funderingen meer dan +5°C bedraagt.

Gebruik een of meer mengers om het mengen en aanbrengen gelijktijdig en zonder onderbreking te laten verlopen. De aangegeven waterhoeveelheden, die op de zak vermeld staan, niet overschrijden.

Meng alleen met schoon water. Doe eerst de minimale hoeveelheid water in de mengkuip en voeg dan langzaam en gelijkmatig het poeder toe. Meng tot een homogene mortel (2-3 minuten), voeg indien nodig meer water toe en blijf nog minstens 2 minuten mengen. Overschrijd de maximale waterhoeveelheid niet!

Verharde gietspecie niet terug verwerkbaar maken door toevoeging van water of hermengen. Voeg geen cement, zand of andere materialen toe aan SikaGrout®-928.

Controleer vooraf of er vibratie is van de fundering of voetplaat veroorzaakt door andere machines in de omgeving. Zet deze machines stil totdat de nieuw aangebrachte grout zijn eindbinding heeft bereikt. 

De gietspecie moet continu aangegoten of verpompt worden en slechts langs één zijde zodat het insluiten van lucht voorkomen wordt. Zorg ervoor dat de grout de gehele ruimte opvult en voortdurend in contact blijft met de plaat gedurende de gehele aangieting.

Indien de gietmortel een zekere afstand moet afleggen, maak dan de eerste storting lichtjes vloeibaarder dan gewenst; dit maakt het oppervlak glad en vermijdt dat de volgende storting vastloopt.

Door temperatuurverschillen tussen de mortel onder de voetplaat en de blootgestelde schouders, die meer onderhevig zijn aan temperatuursveranderingen, kunnen barsten en/of ontmenging optreden. Schouders zo veel mogelijk vermijden. Indien schouders toch vereist zijn, dienen ze stevig verankerd te worden in de ondergrond om ontmenging te vermijden.

SikaGrout®-928 is geschikt voor gebruik met de meeste mortelpompen.

Opmerking: nooit trillen.

Onmiddellijk na het plaatsen van SikaGrout®-928, het oppervlak afdekken met zuivere, vochtige doeken en de mortel vochtig houden door deze met polyethyleen film te bedekken.

Het gereedschap en de menger moeten meteen na gebruik gereinigd worden met water. Uitgehard materiaal kan enkel machinaal verwijderd worden.