Sikafloor®-240 WN

• ​​​​​​Draagt bij aan het voldoen aan Credit voor Materialen en Middelen (MR) : bekendmaking en optimatisatie bouwproducten — Milieuproductverklaringen onder LEED® v4
• Draagt bij aan het voldoen aan Credit Materialen en Middelen (MR): bekendmaking en optimatisatie bouwproducten — Materialen en ingrediënten onder LEED® v4
• Draagt bij aan het voldoen aan Credit Indoor Environmental Quality (EQ): Materialen met een lage uitstoot onder LEED® v4
• Milieuproductverklaring (EPD) in overeenstemming met EN 15804. EPD onafhankelijk geverifieerd door Institut für Bauen und Umwelt e.V. (IBU)
• VOS-emissieclassificatie van bouwmaterialen RTS M1

• CE-markering en prestatieverklaring gebaseerd op EN 1504-2:2004 Producten en systemen voor de bescherming en herstelling van betonconstructies — Oppervlaktebeschermingssystemen voor beton — Coating
• CE-markering en prestatieverklaring op basis van EN 13813:2002 Dekvloermortel en dekvloeren - Dekvloermortels — Eigenschappen en eisen — Dekvloeren van kunsthars

Watergebaseerde solventvrije epoxy

12 maanden vanaf de productiedatum

Het product moet worden opgeslagen in de originele, ongeopende en onbeschadigde, verzegelde verpakking, in droge omstandigheden bij temperaturen tussen +5 °C en +30 °C. Raadpleeg altijd de verpakking.

Raadpleeg het huidige veiligheidsinformatieblad voor informatie over veilig gebruik en opslag van het product.

BELANGRIJK
Gelijktijdige mechanische en chemische belasting
Wanneer het product wordt blootgesteld aan temperaturen tot +60°C, kan gelijktijdige mechanische en chemische belasting schade aan het product veroorzaken.

1. Stel het product niet bloot aan chemische of mechanische belasting bij hoge temperaturen

80 %  maximaal

Let op voor condensatie. De temperatuur van de ondergrond en het onuitgeharde product moet minstens 3°C boven het dauwpunt liggen om het risico op condensatie of witte uitbloeiingen op de afwerklaag te beperken. Opmerking: lage temperaturen en hoge luchtvochtigheidsgraden verhogen de kans op witte uitbloeiingen.

 Geen optrekkend vocht volgens ASTM D4263 (polyethyleenfolietest)

Opmerking: tijden zijn bij benadering en worden beïnvloed door veranderende omgevingsomstandigheden, en in het bijzonder door temperatuur en relatieve luchtvochtigheid.

Opmerking: tijden zijn bij benadering en worden beïnvloed door veranderende omgevingsomstandigheden, en in het bijzonder door temperatuur en relatieve luchtvochtigheid.

~2,4-2,5 kg/m² per mm dikte (tot 80% gevuld met kwartszand 0,1-0,3 mm)

Opmerking: Bovenvermeld verbruik is theoretisch en houdt geen rekening met extra materiaal als gevolg van oppervlakteporeusheid, oppervlakteprofiel, variaties in niveau, verliezen of andere variabelen. Breng het product aan op een testoppervlak om het exacte verbruik te berekenen voor de specifieke omstandigheden van de ondergrond en het voorgestelde materieel voor verwerking.

Menggereedschap

• Elektrisch mengtoestel met dubbele mengstaaf (> 700 W, 300 tot 400 tpm)

Materieel voor verwerking

• Stiftrakel
• Truwelen, inclusief getande 
• Prik-/ontluchtingsrol

Cementgebonden ondergronden (beton/dekvloer) moeten structureel gezond zijn en voldoende druksterkte bezitten (minimaal 25 N/mm²) met een minimale treksterkte van 1,5 N/mm².

Ondergronden moeten schoon en droog zijn en vrij van alle verontreinigingen zoals vuil, olie, vet, oude coatings, cementhuid, oppervlaktebehandelingen en los brokkelig materiaal.

Gebruik een industriële stofzuiger om alle stof, los en brokkelig materiaal te verwijderen van het oppervlak voordat u het product aanbrengt.
 

Behandeling van voegen en barsten

Constructievoegen en bestaande statische oppervlaktescheuren in de ondergrond moeten voorbehandeld worden alvorens het nieuwe systeem wordt aangebracht. Gebruik hiervoor Sikadur®- of Sikafloor®-harsen.

MECHANISCHE VOORBEREIDING VAN DE ONDERGROND

BELANGRIJK

Oppervlaktedefecten door holtes in de ondergrond
Holten en gietgallen in de ondergrond verzwakken het oppervlak en beschadigen de volgende productlaag als deze niet worden gerepareerd tijdens de voorbereiding.

1. Leg gietgallen en holtes volledig bloot tijdens de voorbereiding van het oppervlak om de mogelijke herstellingen te identificeren.
2. Zwakke cementgebonden ondergronden verwijderen.
3. Cementgebonden ondergronden machinaal voorbereiden d.m.v. stralen, schuren of schrapen om cementhuid te verwijderen.
4. Verwijder hoge plekken voordat u een dunne laag hars aanbrengt door deze weg te slijpen.
5. Gebruik industriële stofzuigapparatuur om alle stof, los en brokkelig materiaal van het oppervlak te verwijderen voordat u het product aanbrengt.
6. Gebruik producten uit het Sikafloor®-, Sikadur®- en Sikagard®-gamma om het oppervlak te egaliseren of om barsten, gietgalletjes en kleine gaatjes op te vullen.

Neem contact op met Sika Technische dienst voor aanvullende informatie over producten voor het egaliseren en repareren van defecten.

VOORBEREIDING VAN NIET-CEMENTGEBONDEN ONDERGRONDEN

Voor informatie omtrent de voorbereiding van de niet-cementgebonden ondergronden, neem contact op met de Sika Technische dienst.

BELANGRIJK

Ongeschikte mengapparatuur 

Ongeschikte mengapparatuur zal de mix niet grondig mengne of zal te veel lucht in de mix trekken.

1.   Gebruik geen vrije val mengers zoals bv. een betonmolen.

MENGPROCEDURE VOOR TOEPASSING ALS ZELFVLOEIENDE SLIJTLAAG

1. Meng component A (hars) totdat het pigment is verspreid en een uniforme kleur verkregen wordt.
2. Voeg component B (verharder) toe aan component A.
3. Voeg tijdens het mengen van componenten A + B geleidelijk de benodigde vulstoffen of aggregaten toe.
4. BELANGRIJK- Meng niet te lang en te snel opdat luchtinsluiting beperkt zou blijven. Meng nog 2 minuten tot een homogeen mengsel verkregen wordt.
5. Om zeker te zijn van een grondige menging, de materialen in een andere mengkuip gieten en nogmaals mengen tot een glad en uniform mengsel verkregen wordt.
6. Tijdens de laatste mengfase de zijkanten en de bodem van de mengkuip ten minste eenmaal afschrapen met een vlakke of rechte plakspaan om zeker te zijn van een volledige menging.

BELANGRIJK

Beschermen tegen vocht

Bescherm het product na het aanbrengen gedurende ten minste 24 uur tegen vocht, condensatie en rechtstreeks contact met water.

BELANGRIJK

Ventilatie in afgesloten ruimten

Zorg altijd voor goede ventilatie bij gebruik van het product in een afgesloten ruimte.

BELANGRIJK

Primer niet vol en zat instrooien met aggregaten.
Reden is dat opstijgende damp vanuit de ondergrond dan kan leiden tot blazen en andere oppervlaktedefecten in het product.

1. Strooi de primer niet vol en zat in met aggregaten om een ruw oppervlak te bekomen voor een betere mechanische hechting van de volgende laag, daar dit problemen met de waterdampdoorlaatbaarheid kan geven.

BELANGRIJK

Beschadigde afwerking door opwarming met kachels op fossiele brandstof

Als tijdelijke verwarming nodig is, gebruik dan geen gas-, olie-, paraffine- of andere fossiele brandstof verwarmingen. Deze produceren grote hoeveelheden koolstofdioxide en waterdamp, die de afwerking nadelig kunnen beïnvloeden.

1. Gebruik voor verwarming van een ruimte alleen elektrische warmeluchtblazers.

BELANGRIJK

Indrukkingen in hars door de combinatie van hoge temperatuur met hoge puntlasten

Onder bepaalde omstandigheden kunnen er bij vloerverwarming of hoge omgevingstemperaturen in combinatie met hoge puntlasten indrukkingen ontstaan in het hars.

AANBRENGEN ALS STANDAARD PRIMER

1. Giet het gemengde product op de ondergrond. Het verbruik staat vermeld in het hoofdstuk "Verwerkingsinformatie".
2. Verdeel het product gelijkmatig over het oppervlak met een kortharige verfrol of een vloerwisser.
3. Rol het oppervlak kruiselings na met een vachtroller. Opmerking: Altijd "nat in nat" aansluiten bij het aanbrengen van de laag opdat een naadloze afwerking zou bekomen worden. 

AANBRENGEN ALS ZELFVLOEIENDE LAAG

1. Giet het gemengde product op de ondergrond. Het verbruik staat vermeld in het hoofdstuk "Verwerkingsinformatie".
2. Verdeel het product gelijkmatig over het oppervlak met een getande plakspaan.
3. Om een gladdere afwerking te bereiken, het oppervlak glad maken met de platte kant van een plakspaan.
4. Rol de verse gietvloer kruiselings na met een stalen prikrol.

Reinig alle gereedschap en materieel onmiddellijk na gebruik met water. Uitgehard materiaal kan alleen mechanisch worden verwijderd.