Sikafloor® Level-30

• Draagt ​​bij aan de tevredenheid over Materialen en Hulpbronnen (MR) Credit: Building Product Disclosure and Optimization — Material Ingredients onder LEED® v4
• Milieuproductverklaring (EPD) conform EN 15804. EPD onafhankelijk geverifieerd door het Institut für Bauen und Umwelt e.V. (IBU)
• VOS-emissieclassificatie GEV Emicode EC1^plus

• CE-markering en prestatieverklaring op basis van EN 13813:2002 Dekvloermortel en dekvloeren - Dekvloermortels - Eigenschappen en eisen -Dekvloermateriaal van synthetische hars- CT-C40-F10-A12

• CE-markering en prestatieverklaring op basis van EN 1504-3:2005 Producten en systemen voor de bescherming en reparatie van betonconstructies — Structurele en niet-structurele herstelling - klasse R3

Polymeer gemodificeerd, snel uithardend cement

9 maanden vanaf de productiedatum

Het product dient in de originele ongeopende, verzegelde en onbeschadigde verpakking, droog te worden opgeslagen bij temperaturen
tussen +5°C en +30°C. Raadpleeg altijd de verpakking. Raadpleeg het actuele veiligheidsinformatieblad voor informatie over veilige behandeling en opslag.

gietbare consistentie      5 tot 5,25 liter water per zak van 25 kg

4 - 30 mm

Minimaal +10°C, maximaal +25°C

Minimaal +10°C, maximaal +25°C

Maximaal 75 % RV

Minimaal +10°C, maximaal +25°C

25 minuten bij +20°C 

Opmerking: Vermelde tijden zijn bij benadering en bij +23ºC en 50 % RV en kunnen beïnvloed worden door veranderende ondergrond- en omgevingscondities, in het bijzonder de temperatuur en relatieve luchtvochtigheid.

Opmerking: Bij het overlagen van Sikafloor® Level-30 er altijd voor zorgen dat het vochtgehalte de vereiste waarde bereikt heeft voor het specifieke product/materiaal waarmee de dekvloer overlaagd wordt, aangezien de wachttijd zal variëren met de laagdikte en luchtvochtigheid. (Raadpleeg het meest recente productinformatieblad van het aan te brengen product).

Bij +20°C en 50 % RV

Opmerking: Tijden zijn bij benadering en kunnen beïnvloed worden door veranderende ondergrond- en omgevingscondities, in het bijzonder de temperatuur en relatieve luchtvochtigheid.

~ 1,8 kg/m²/mm

Let op: Verbruiksgegevens zijn theoretisch en houden geen rekening met extra materiaal als gevolg van de porositeit van het oppervlak, het oppervlakteprofiel, niveauverschillen, verspilling of andere variaties. Breng het product aan op een testoppervlak om het exacte verbruik te berekenen voor de specifieke ondergrondomstandigheden en de voorgestelde applicatieapparatuur.

BELANGRIJK

Slechte afwerking door temperaturen onder het dauwpunt
Een temperatuur dicht bij of onder het dauwpunt verhoogt het risico op condensatie, uitbloeiing of cementsluiervorming op de vloerafwerking.

1. De temperatuur van de ondergrond en de onuitgeharde vloer moet minimaal 3 °C boven het dauwpunt liggen.

BELANGRIJK

Verslechterde producteigenschappen door ondergronden met optrekkend vocht

1. Breng het product niet aan op ondergronden met optrekkend vocht.
2. Indien optrekkend vocht kan optreden, breng dan een effectief vochtwerend membraan aan dat voldoet aan de geldende nationale norm.

BETONNEN ONDERGRONDEN: ALGEMEEN

De betonnen ondergrond moet solide zijn en voldoende drukvast (> 25 N/mm²) met een minimale treksterkte van 1,5 N/mm².
De ondergrond moet schoon, droog en vrij zijn van verontreinigingen zoals vuil, olie, vet, coatings, cementsluier, oppervlaktebehandelingen
en los, brokkelig materiaal.

1. Verwijder zwak beton en leg gebreken zoals blaasgaten en holtes volledig bloot.Opmerking: Geschikte methoden voor oppervlaktevoorbereiding zijn hogedrukwaterstralen of stralen. Bij andere voorbehandelingen, zoals frezen en schuren, dient vervolgens waterstralen of stralen te worden gebruikt om de resterende constructiefouten te verwijderen, cementsluier te verwijderen en een open en solide oppervlak te verkrijgen.
2. Zorg ervoor dat de gemiddelde oppervlakteruwheid van de ondergrond minimaal 1 mm bedraagt. Opmerking: Dit is een voorwaarde voor een goede hechting tussen de ondergrond en de egalisatievloer.
3. Repareer en vul gaten en holtes met geschikte producten uit de SikaTop®, Sika MonoTop®, Sikafloor®, Sikadur® en Sikagard®-reeks.
4. Om de juiste oppervlaktevoorbereiding en de hechting van het product te controleren, dient u vóór de volledige applicatie een proef uit te voeren, samen met hechtingstests.

NORMAAL BEOOGD GEBRUIK VAN DE VLOER

Breng 2 lagen Sika®floor-01-02/-03 Primer aan, al dan niet verdund met water (zie individuele technische fiches van de producten)
Breng de tweede laag aan wanneer de eerste laag kleefvrij is.

ZEER ABSORBERENDE ONDERGRONDEN

Breng drie lagen Sika® Level-01/-02/-03 Primer aan (zie individuele technische fiches van de producten) 

• Laag 1: Verdun 1 : 5 met drinkwater
• Laag 2: Verdun 1 : 3 met drinkwater
• Laag 3: Verdun 1 : 3 met drinkwater

ZWAKKE ONDERGROND OF VLOER VOOR GEBRUIK MET HOGE MECHANISCHE BELASTING

Als er hoge mechanische krachten op de vloer worden uitgeoefend, of als de egaline op een zwakke ondergrond wordt geplaatst,
primer deze dan met Sikafloor®-151. Strooi de primer volledig in met kwartszand 0,4–0,7 mm

BELANGRIJK

Verminderde productprestaties door incompatibele cementsoorten en cementgebonden dekvloeren.

1. Niet mengen met andere cementen of cementgebonden dekvloeren.

BELANGRIJK

Verminderde productprestaties door toevoeging van te veel water.

1. Voeg niet meer water toe dan de voorgeschreven hoeveelheid aan het product.

Handmatig aanbrengen

1. Giet het droge poeder (25 kg) in een kuip met de gepaste hoeveelheid schoon water.
2. Minimaal 3 minuten intensief mengen met een elektrische menger (< 500 tpm) in een schone kuip tot een homogeen mengsel is ontstaan zonder klonters. Aanbevolen zijn mengapparaten met een dubbele mengstaaf of spiraalmengkop.
3. De gemengde massa aansluitend ca. 2 minuten laten rijpen/rusten tot de meeste luchtbellen verdwenen zijn.

Aanbrengen met een mortelpomp

1. Gebruik een mortelpomp met bijbehorende uitrusting (Putzmeister MP 20/25, DuoMix 2000 of PFT G5 FE). Vraag de technische dienst van Sika verdere informatie.
2. Stel de machine zo in dat een uniform mengsel wordt verkregen. Het gebruik van een namenger wordt aanbevolen.
3. Controleer de watertoevoeging voor het verkrijgen van de vereiste vloei, meet de uiteindelijke gemiddelde vloeimaat op een vlakke, schone, droge vloeitafel. Raadpleeg de tabel voor de vloei.

Het gemengde materiaal uitgieten over de geprimerde ondergrond en met een plakspaan of pinrakel uitstrijken in de gewenste laagdikte. Grondig kruislings narollen met een prikroller om ingesloten lucht te verwijderen. Het wordt aanbevolen om bij dalende temperaturen te verwerken.

BELANGRIJK

Inconsistente kleuren door ongeschikte omgevingsomstandigheden
Blootstelling aan omgevingsomstandigheden kan kleurafwijkingen veroorzaken. Onder bepaalde omstandigheden, zoals tocht, zonlicht of lage luchtvochtigheid, kunnen fijne haarscheurtjes ontstaan. Kleine, oppervlakkige haarscheurtjes zijn normaal onder dergelijke omstandigheden en vormen geen reden voor een claim.

1. Houd de vloer zo schoon en beschermd tegen de omgeving.
2. Bescherm tegen direct zonlicht, warme of sterke wind en extreme temperaturen om scheurvorming te voorkomen.

BELANGRIJK

Slechte afwerking door hellingen > 0,5%

1. Gebruik het product niet voor hellingen van meer dan 0,5%.

BELANGRIJK

Slechtere producteigenschappen door een verkeerde laagdikte
Het aanbrengen van het product in een verkeerde laagdikte kan de mechanische eigenschappen beïnvloeden.             

1. De dikte van de egalisatiemortel moet minimaal 4 mm zijn bij gebruik van watergedragen lijmen onder vloeistofdichte of dampdichte vloerafwerkingen.
2. Overschrijd de aanbevolen diktes niet.

BELANGRIJK

Slechtere producteigenschappen door voortijdige belasting
Te vroeg belasten van het product kan de mechanische eigenschappen beïnvloeden en leiden tot een slechte afwerking.

1. Belast het product niet gedurende minstens 3 uur.

Lage temperaturen

Opmerking: temperaturen lager dan +20 °C verlengen de droogtijden

Gebruik van geschikte sealers en coatings

1. Werk het oppervlak af met een eindafwerking voor de beste uitharding en esthetische uitstraling.
2. Bij het overlagen met lijmen zoals SikaCeram® of Sikabond® of met vloersystemen zoals Sikafloor® is een aanvullende mechanische voorbereiding nodig om cementsluier te verwijderen die zich tijdens het aanbrengen heeft gevormd. Voer bij het gebruik van andere afwerkingsproducten voorafgaandelijk een compatibiliteitstest uit.
3. Bij gebruik als R3-reparatiemortel voor carbonatatiebescherming, gebruik het product altijd in combinatie met een geschikte coating.
4. Om te voorkomen dat het product hecht, plaats isolatiestrips op verticale randoppervlakken zoals rondom leidingen, aan muren en kolommen.
5. Giet het gemengde materiaal op het geprimerde oppervlak. Opmerking: De optimale verwerkingstijd is bij dalende temperaturen.
6. Breng het product gelijkmatig over het oppervlak aan met een truweel, een pinrakel of aluminium rei tot de gewenste dikte.
7. Rol het oppervlak haaks in twee richtingen na met een prikrol.
8. Bescherm het vers aangebrachte product minimaal 24 uur tegen vocht, condensatie en water.

Gereedschap en materieel onmiddellijk na gebruik reinigen met water. Uitgehard materiaal kan alleen mechanisch worden verwijderd.