BELANGRIJK
Volg strikt de installatieprocedures
Volg strikt de installatieprocedures zoals gedefinieerd in Werkbeschrijving, toepassingshandleidingen en werkinstructies die altijd moeten worden aangepast aan de werkelijke omstandigheden in situ.
BELANGRIJK
Bescherm tegen vorst
Bescherm vers aangebracht materiaal tegen bevriezing en vorst om barsten te voorkomen.
BELANGRIJK
Toepassing in de directe zon of stevige wind
Vermijd toepassing in direct zonlicht, harde wind of beide om het risico op barsten van het product te verminderen.
Corrosiebeschermende coating voor betonstaal
- Indien een coating voor betonstaal vereist is, breng dan op de gehele blootgestelde omtrek Sika MonoTop®-1010 of SikaTop® Armatec® 110 EpoCem® aan (zie technische fiche(s)).
Hechtlaag
Op een goed voorbereide en opgeruwde ondergrond of voor een spuittoepassing is een hechtlaag/-primer doorgaans niet vereist. Wanneer een hechtlaag vereist is om de vereiste hechtingswaarden te bereiken, gebruik dan Sika MonoTop®-1010 of SikaTop® Armatec® 110 EpoCem® (zie de respectievelijke technische fiches). Breng de reparatiemortel "nat in nat" aan op de hechtlaag.
Herstelmortel Handmatige applicatie
BELANGRIJK
Substraat voorbevochtigen
Onvoldoende verzadiging van de ondergrond voorafgaand aan het aanbrengen zal ertoe leiden dat de mortel niet zijn volledige mechanische eigenschappen
- Breng het product alleen aan op stabiele, voorbereide ondergronden.
- Maak de voorbereide ondergrond grondig nat (aanbevolen gedurende 2 uren) voor het aanbrengen.
- Houd het oppervlak nat en laat het niet opdrogen.
- Het uiteindelijke voorbevochtigde oppervlak moet een donker mat uiterlijk krijgen (verzadigd oppervlak droog).
- Vóór de applicatie het overtollige water verwijderen bv. met een schone spons.Poriën en putjes mogen geen water bevatten.
Verzakken of inzakken van opgebouwde lagen Laat elke laag lichtjes uitharden en nat blijven alvorens volgende lagen aan te brengen
- Verwijder overtollig water uit de oppervlakteporiën en holtes, b.v. met een schone spons.
- Maak een schraaplaag met de reparatiemortel.
- Breng de schraaplaag aan over het volledige oppervlak van de ondergrond om een dunne laag te vormen om oppervlakteporiën of holtes te vullen
- BELANGRIJK Niet als "egalisatielaag" aanbrengen. Breng de reparatiemortel 'nat in nat' aan op de schraaplaag tussen de minimale en maximale laagdikte zonder holtes.
Spuittoepassing - Natte spuitmethode
BELANGRIJK
Substraat voorbevochtigen
Onvoldoende verzadiging van de ondergrond voorafgaand aan het aanbrengen zal ertoe leiden dat de mortel niet zijn volledige mechanische eigenschappen
- Breng het product alleen aan op stabiele, voorbereide ondergronden.
- Maak de voorbereide ondergrond grondig nat (aanbevolen gedurende 2 uren) voor het aanbrengen.
- Houd het oppervlak nat en laat het niet opdrogen.
- Voor het aanbrengen overtollig water verwijderen, bv. met een schone spons.
- Het oppervlak moet een donker mat uiterlijk hebben zonder te glanzen en de oppervlakteporiën en -holtes mogen geen water bevatten
BELANGRIJK
Verzakken of inzakken van opgebouwde lagen Laat elke laag lichtjes uitharden en nat blijven alvorens volgende lagen aan te brengen
- Verwijder overtollig water uit de oppervlakteporiën en holtes, b.v. met een schone spons.
- Plaats de natte, gemengde reparatiemortel in de spuitapparatuur
- Spuit de reparatiemortel op de voorbevochtigde ondergrond tussen de minimale en maximale laagdikte zonder holtes.
- Wanneer dikkere lagen dan de maximale dikte moeten aangebracht worden, moet de vorige laag eerst uitgehard zijn vooraleer een volgende laag aan te brengen
Afwerking van het oppervlak
Voeg geen water toe tijdens het afwerken van het oppervlak, omdat dit verkleuring en barsten kan veroorzaken.
- Laat de mortel uitharden.
- Om tot de gewenste oppervlaktestructuur te komen is een oppervlakteafwerking nodig met geschikt materiaal (RVS, staal, PVC of houten vlotter